Wetboek Klompstad
RegelementWebsiteDiscord
  • Klompstad Wetboek
  • Algemene Bepalingen
  • Titel I – Vermogensdelicten
  • Titel II - Geweldsdelicten
  • Titel III - Verkeersdelicten
  • Titel IV - Opiumwet
  • Titel V - Wet Wapens en Munitie
  • Titel VI - Wet op de Kansspelen
  • Titel VII - Uitsluitings- en strafverminderingsgronden
  • Titel VIII - Overige
  • Titel IX – Schadevergoeding
  • Titel X – Algemene douanewet
  • Titel XI – Bewijs
  • Titel XII - Parkeren
Powered by GitBook
LogoLogo

© 2025 Klompstad Roleplay

Op deze pagina

Titel XI – Bewijs

Titel XI – Bewijs – Klompstad Roleplay Wetboek


Artikel XI-1 – Het opsporingsonderzoek (Artikel 141 Sv)

De volgende functionarissen zijn bevoegd tot het opsporen van strafbare feiten in Klompstad:

  • (Hulp)officieren van justitie;

  • Politieambtenaren met opsporingsbevoegdheid;

  • Ambtenaren van de Koninklijke Marechaussee;

  • Opsporingsambtenaren van de Recherche en Dienst Speciale Interventies (DSI).

De bevoegdheid tot opsporing is beperkt tot het gebied waarvoor deze ambtenaren zijn aangesteld.


Artikel XI-2 – Wettige bewijsmiddelen (Artikel 338/339 Sv)

Een verdachte mag alleen worden veroordeeld als de rechter, op basis van wettige bewijsmiddelen, overtuigd is dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft gepleegd.

Toegestane bewijsmiddelen:

  • Eigen waarneming van de rechter (bijv. videobeelden getoond tijdens de zitting);

  • Verklaring van de verdachte (eigen waarneming of beleving, niet genoeg voor veroordeling op zichzelf);

  • Verklaring van een getuige (waargenomen of ondervonden feiten, ook niet voldoende als enige bewijsbron);

  • Verklaring van een deskundige (mening of conclusie op basis van vakkennis);

  • Schriftelijke stukken:

    • Processen-verbaal of rapporten opgemaakt door bevoegde instanties;

    • Verslagen van deskundigen met bevindingen naar aanleiding van onderzoek;

    • Overige geschriften, mits ondersteund door andere bewijsmiddelen;

  • Ambtseedverklaring van een bevoegde ambtenaar;

  • (Audio)visueel materiaal, zoals bodycambeelden of foto's.

Aanvullende bepalingen:

  • Feiten van algemene bekendheid hoeven niet bewezen te worden.

  • Eén bewijsmiddel is voldoende als dit overtuigend en volledig het strafbare feit aantoont.

  • Indien dat niet zo is, zijn minimaal twee bewijsstukken vereist, die samen duidelijkheid geven over:

    • De identiteit van de verdachte(n);

    • De specifieke omstandigheden van het feit, inclusief opzet waar van toepassing.

Een proces-verbaal van een bevoegde opsporingsambtenaar kan, mits volledig en overtuigend, als enig bewijsmiddel gelden.


VorigeTitel X – Algemene douanewetVolgendeTitel XII - Parkeren

Laatst bijgewerkt 2 maanden geleden